Authenticiteit; noodzaak of hype in samenwerking?

Authenticiteit: wat bedoelen we als we daar over spreken?

De Dikke van Dale definieert authenticiteit als echtheid en daardoor betrouwbaar. Andere woordenboeken en auteurs spreken over eigenheid, oorspronkelijkheid en geloofwaardigheid.
4 jaar geleden gaf ik samen met collega Annemieke Algra, een workshop over authenticiteit. We merkten in ons werk maar ook daarbuiten, dat er een soort ideaalbeeld bestaat rond authenticiteit. Waarbij het er vaak om lijkt te gaan om ‘zo open mogelijk te zijn, zo min mogelijk binnen te houden'. Maar wat zou er gebeuren als iedereen alles maar naar buiten brengt wat in hem op komt?
In Thema Gecentreerde Interactie, het gedachtengoed van waaruit wij werken, gebruiken we het begrip selectieve authenticiteit. Ruth Cohn, de grondlegger van TGI, zegt over dit begrip: 'Wees authentiek en selectief in je communicatie. Laat tot je doordringen wat je denkt en voelt, en wees selectief in wat je zegt en doet'.
Dat klinkt een stuk eenvoudiger dan het is. Want hoe weet je altijd wat je voelt en op welke manier selecteer je dan? En als je heel selectief bent, ben je dan nog wel eerlijk? In dit artikel zal ik meer vertellen over het begrip en antwoorden formuleren op de vragen die ik hierboven noemde.

Je binnenwereld en je buitenwereld

Bij selectief authentiek zijn, hou je je bezig met je binnenwereld én je buitenwereld.
Onze binnenwereld is een geheel van gedachten, gevoelens, emoties, overtuigingen, patronen, waarden, normen, behoeften etc. Voor een deel zijn we ons hiervan bewust en een ander deel ligt onbewust in ons opgeslagen. Een belangrijke vraag in het kader van authenticiteit is: hoeveel zijn we ons van al die gevoelens, gedachten, behoeften en patronen gewaar? Voelen we spanning, onrust/rust en gemak/ongemak? Voelen we de adrenaline door ons lijf pompen bij stress of op andere momenten? Of gaan we snel aan deze gewaarwordingen voorbij?

De buitenwereld is de plek waar we naar buiten treden en waar we handelen, wat zichtbaar is in ons gedrag. We doen dit bijvoorbeeld op het werk, waar we samen met anderen doelen willen bereiken. En privé waar we partner, ouder, kind en vriend zijn voor anderen. Ons gedrag is wat we letterlijk zeggen of wat we doen, hoe we onszelf presenteren etc.
De buitenwereld is ook de plek waar wij geconfronteerd worden met anderen en hún gedrag. Het is de plek waar we communiceren met anderen over heel veel onderwerpen in allerlei situaties, over wat wel en niet lukt, over wat we wel en niet voor elkaar krijgen, hoe we samenwerken, overleggen, onderhandelen. Kortom, het zijn al die situaties en al die anderen. De anderen die we zelf beïnvloeden met ons gedrag en die omgekeerd invloed op ons uitoefenen, bewust of onbewust.
En deze wederzijdse beïnvloeding in de buitenwereld (ik naar de ander en de ander naar mij) heeft weer effect op onze binnenwereld.
Onze binnenwereld en alles wat zich daar afspeelt, is van grote invloed op ons handelen in de buitenwereld. En de buitenwereld heeft invloed op onze binnenwereld. Wat voel ik bijvoorbeeld n.a.v. wat een collega tegen me zei? Binnen- en buitenwereld zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en beïnvloeden elkaar over en weer. Los van het feit of we ons dit bewust zijn of niet.

Wees je eigen leider

Een begrip uit TGI wat kan helpen bij de vraag hoe selectief je wilt zijn, is het eigen leiderschap. Ruth Cohn bedoelt hiermee: oefen je in het waarnemen van jezelf en anderen en geef jezelf en anderen respect. Neem jezelf, je omgeving en je taak serieus. En neem in verantwoordelijkheid voor alle factoren een beslissing wat je kunt en wilt doen en wat niet.
Het gaat in eigen leiderschap dus om zowel verantwoordelijkheid nemen voor je eigen welbevinden, als ook voor de ander en de taak die er te verrichten is.

Jij bent de sluiswachter tussen je eigen binnen- en buitenwereld

Bij selectief zijn, past de metafoor van een sluis, tussen je binnen- en je buitenwereld. We kunnen onze binnenwereld voorstellen als een vat waarin het rustig is of waarin het borrelt en beweegt, waarin het zelfs tot een kookpunt kan komen. Een veelheid van gedachten passeren de revue en soms kunnen we dit proces rustig de tijd geven en er in alle rust naar kijken. Een andere keer lijkt het wel of onze gedachten een eigen leven leiden en een enorme drukte en spanning in ons hoofd en lijf veroorzaken. Emoties kunnen we gewaarworden, opmerken, maar ook wegdrukken als niet gewenst en ‘nu even geen tijd voor’. Het kan in onze binnenwereld soms ‘gisten’ met signalen als ongemak, onrust, boosheid, woede of teleurstelling.
Terug naar de vraag: Wanneer ben ik nou authentiek? Hoeveel laat ik dan aan de buitenkant zien? Is authentiek zijn, alles er uit kwakken en dat benoemen als ‘ik ben authentiek want ik zeg wat ik denk, voel en waar ik last van heb. En de ander moet maar zien wat hij er mee doet, daar ben ik niet verantwoordelijk voor’?
Echter: dat wat er dan naar buiten komt is vaak een onrijp product, het gist namelijk nog. Dat het er zo ‘onrijp’ uit komt, wordt veroorzaakt doordat je jezelf nog niet voldoende tijd hebt gegeven, het te laten rijpen, door erover na te denken en te reflecteren op dat wat je gewaar wordt. Het product (je mening, je oordeel, of je boodschap die met veel te veel kracht naar buiten wordt gebracht) kan dan een behoorlijk giftig goedje zijn en onbedoeld schade aanrichten. Schade aan de ander en uiteindelijk ook schade aan jezelf. Dit levert noch voor jezelf noch voor de ander het gewenste resultaat op.
In een team wat ik begeleidde, was de nieuwe openheid die er ontstond zo bevrijdend, dat iedereen meende alles wat hem bezig hield, te moeten melden. Alles werd geventileerd, er werd geroepen, er werden grappen gemaakt, zonder dat de teamleden zich bezig hielden met het effect van hun boodschap. Waardoor sommigen zich niet serieus genomen voelden of ronduit gekwetst door allerlei grappen,. Het was toen belangrijk om het begrip selectieve authenticiteit te introduceren en samen te onderzoeken.
In eerste instantie vroegen de teamleden zich af: ‘Maar hoe kan je dan wel authentiek zijn? En wanneer moet je uiten waar je mee zit of wat je kwijt wilt? En kunnen we nog wel grappen maken dan?’
Het is voor authenticiteit belangrijk dat vat (die binnenwereld) en dat wat er aan het gisten is, te onderzoeken en tijd en ruimte te nemen om de inhoud te laten klaren. Als je het te snel naar buiten laat komen is het nog gistend en niet helder.
En tegelijkertijd; als je het vat te veel dicht houdt en het gistingsproces niet onderzoekt, dan loop je het risico dat het vat op enig moment ontploft ...... ‘je kwakt het er uit’.
Om dit te voorkomen, moet je de inhoud van je innerlijke helder laten worden. Er over nadenken, reflecteren. Wat maakt dat ik dit denk en mij zo voel? Om die vraag te kunnen beantwoorden, moet je de tijd nemen. Je weet dan (weer) bewust waar het om gaat, je begrijpt waarom je je zo druk maakt, je hebt opnieuw contact met je waarden en drijfveren en je weet wat je wilt. Op het moment dat je dit alles helder onder ogen ziet, is de druk vaak voor een groot deel van het vat en kun je een keuze maken: ‘Wat van wat ik belangrijk vind, breng ik naar buiten – wat is goed voor mezelf, voor de klus die we hier te klaren hebben, voor de anderen? Wat breng ik dus naar buiten en wat wil ik daarmee bereiken?’
Dat betekent soms dat je je wel moet uitspreken, omdat je niet meer mee kunt in het samenwerkingsproces, omdat je helemaal afhaakt. En soms betekent het dat je wacht, omdat het moment niet het goede is. Dat je je realiseert dat het beter past om op een later moment erop terug te komen.
Omdat je je bewust bent van wat er in je leeft, en wat er in de buitenwereld aan de hand is, kun je een gewogen besluit nemen.

Eigenlijk ben je selectief authentiek een soort sluiswachter tussen je binnen- en buitenwereld.
Als sluiswachter bedien je de sluis tussen je binnenwereld en de buitenwereld. Jij kiest óf hij open gaat én hoe ver. En je hebt hiermee een verantwoordelijkheid.
Jij bent verantwoordelijk voor wat er aan de binnenkant van de sluis zit. En jij bepaalt wat je van je binnenwereld laat zien in de buitenwereld. Jij bepaalt wát er door de sluis naar buiten komt en ook hoe je dat naar buiten brengt, hoe je erover communiceert.
Dit in verantwoordelijkheid voor jezelf, èn voor de buitenwereld, wat je daar te doen staat in samenwerking met anderen. Door als sluiswachter bewust keuzes te maken (wat wil ik, welke beweging wil ik in gang zetten, wat kan ik bijdragen) geef je vorm aan deze brede verantwoordelijkheid. De verantwoordelijkheid voor alle drie factoren, jezelf, de ander en de taak, bepalen de mate van selectiviteit. Selectief authentiek handelen betekent de juiste maat kiezen in oprechte openheid, passend in die specifieke situatie met die specifieke anderen.

En hoe zit het nu met eerlijkheid en selectiviteit?

Ruth Cohn, geeft hiervoor als hulpregel ‘Je hoeft niet alles te zeggen wat in je leeft maar datgene wát je zegt moet wel oprecht zijn’. 
Want, zo zegt ze, 'als ik selectief en authentiek ben maak ik begrip en vertrouwen mogelijk’.
Dit zijn twee wezenlijke aspecten van samenwerken.
Selectieve authenticiteit betekent dus jezelf laten zien, verantwoordelijkheid nemen, moed tonen, inschatten wat wel en niet helpend is in die specifieke situatie, timen en transparant zijn.
Een niet geringe opgave, maar wel een met een krachtig effect in samenwerking!

Teamtraining rond selectieve authenticiteit

Wil je weten wat selectieve authenticiteit kan beteken voor jouw team? Wil je eens aan de slag om samen te gaan werken aan groei van de openheid en het onderling vertrouwen in je team? Dan kan een tweedaagse rond dit onderwerp een antwoord bieden.

Deze tekst is tot stand gekomen in samenwerking met Annemieke Algra van AMD training en coaching